Tata zegt “SORRY”.

Daarmee kopt de Volkskrant op 26 februari 2019 in een artikel over TATA. De overlast die het voor hen werkende Amerikaanse bedrijf HARSCO de afgelopen periode hebben veroorzaakt was de aanleiding. De overlast betroffen de grafietregens in Wijk aan Zee, die was door TATA echt onderschat. Het was dé reden voor dit artikel en het daarin opgenomen excuus. Ik ging dit artikel lezen met een “Adviseur Public Affairs – bril” op. Want dit artikel is een excuus en zal het verhaal vertellen; wat ging er mis; waarom doen we dit en hoe gaat het verder met TATA in relatie met de omgeving en het milieu? Die vragen zullen wel beantwoord worden; zo was mijn inschatting. Ik ben bovendien sterk geïnteresseerd in TATA; want dit prachtige bedrijf staat min of meer in mijn achtertuin; ik woon namelijk in Velsen.

Terecht stelt TATA-directeur Hans van den Berg dat de relatie met de staalfabriek en de buren goed was. TATA heeft daar ook jaren veel in geïnvesteerd. Van actieve inbreng in zowel het sociaal en maatschappelijk en culturele leven van de omringende gemeenten. Daarbij natuurlijk ook de inspanningen om de omgeving te informeren over de activiteiten, die er op en om de fabriek plaatsvinden, inclusief rondleidingen en ondersteuning op onderwijsactiviteiten op lagere en middelbare (en hoge) scholen; zoals techniektorens. Recent is ook gestart met Techport, waar TATA samen met de gemeente Velsen en Provincie Noord-Holland, werkt aan een transitie van de TATA Steel Academy naar een regiofunctie, die ook voor derden dan bereikbaar wordt.
Daarnaast zijn er ook mooie eigen evenementen zoals het TATA Steel schaaktoernooi en kunstprojecten zoals een Zee van Staal met schitterende sculpturen in de omgeving. En, vaak minder zichtbaar voor omwonende zelf, de enorme inspanningen die het bedrijf zichzelf al jarenlang getroost om de (milieu)overlast te verminderen.

Dat TATA te laat is met het reageren op de grafietregens is vanzelfsprekend een minder goed voorbeeld van de omgang met de omgeving. Daarom ook goed dat dit artikel verschijnt, waarin TATA daarvoor het excuus aanbiedt door “Sorry” te zeggen.

Wat mij echter opviel in dat artikel, is dat Hans van den Berg TATA en haar inspanning eigenlijk onvoldoende recht doet, als hij stelt dat veiligheid altijd voorop heeft gestaan, maar dat die standaard nu ook voor milieu zal gaan gelden. Alsof TATA daarvoor daar niet veel of misschien te weinig aan heeft gedaan! Daarnaast vindt ik het artikel in de Volkskrant zelf ook niet helemaal recht doen aan TATA en de beweegredenen waarom de -nu tot overlast leidende- activiteiten plaatsvinden en wil welk perspectief dit past. Sterker; de Volkskrant is enigszins tendentieus door de nogal suggestieve tekst dat Velsen door het RIVM het etiket meest vieze gemeente van Nederland heeft gekregen. Terwijl het RIVM-rapport haar conclusie trekt voor wat betreft CO2 en de overlast door de grafietregens dus een totaal andere is en bovendien in Wijk aan Zee plaatsvindt, en dat is gemeente Beverwijk.

Bovendien wekt de Volkskrant de suggestie dat TATA alleen verantwoordelijk gehouden kan worden voor dat etiket. Dat terwijl de huidige grafietregens, anders dan de Volkskrant dus lijkt te suggereren, totaal los staan van CO2 uitstoot.

Overigens dat etiket -vieste gemeente- is mijn inziens wel terecht opgeplakt, zowel vanuit CO2 als ‘fijnstof’. De resultaten op fijnstof -gemeten binnen het Nationaal Samenwerkingprogramma Luchtkwaliteit (NSL)- tonen dat óók aan. Toch is het maar zeer de vraag of die fijnstof en CO2 concentraties in Velsen, alleen door de uitstoot van TATA veroorzaakt worden. Volgens meerdere onderzoeken zijn er meerdere bronnen als mede veroorzakers aan te wijzen. Allereerst heeft Velsen, net als alle andere kustgemeenten, te maken met verhoogde concentratie fijnstof door een natuurlijke bron; de Zee.

Daarnaast heeft Velsen (en Beverwijk) een drukke haven, waarbij ook nog een veel vrachtschepen die door het sluizencomplex varen naar de zeehaven van Amsterdam. Daar komt ook nog eens bij dat sommige schepen ‘gelichtert’ moeten worden doordat de diepgang van het Noordzeekanaal beperkt wordt tot 15 meter 20 centimeter. Dit overslaan van bulk, met name kolen voor de Duitse energiecentrales, vanuit grote zeeschepen op binnenvaart schepen is nodig om de diepgang te verminderen, zodat ze door kunnen varen naar Amsterdam, alwaar verwerking (en menging) plaatsvindt. Dit proces is ook een bron van fijnstof.

Daarnaast is Velsen gezegend met twee grote snelwegtunnels; de Wijkertunnel (A9) en de Velsertunnel (A22); twee enorme puntbronnen van fijnstof bij de tunnelmonden. Verder vliegen er ook nogal wat vliegtuigen van en naar onze nabij gelegen nationale luchthaven Schiphol. En, tot slot, zit er naast TATA-steel in Velsen (en Beverwijk) nog een aantal bedrijven waar écht iets gemaakt wordt.

Tja, Velsen ligt simpelweg op een mooi kruispunt van echte maak-industrie, transport & logistiek om de medewerkers, grondstoffen om uiteindelijk de producten ook op de gewenste plekken te krijgen. Naast die economische bedrijvigheid kent Velsen op die kruising ook nog eens een prachtig ommeland met bijzondere landgoederen, natuur in en om de duinen, het strand en prachtige historische plekken. Iets dat de Velsense Wethouder Jeroen Verwoerd onlangs ook in het BinnenlandsBestuur verwoordde.

TATA is dus echt niet de enige leverancier van fijnstof en CO2, maar TATA draagt daar zeker stevig aan bij. Echter; TATA is verreweg de schoonste Staalfabriek ter wereld! Dit is al jarenlang bekend uit een onafhankelijke wereldwijde benchmark onder staalfabrieken. Hieruit komt ook de bevestiging dat TATA de meest efficiënte staalfabriek is; zoals wél vaak aangehaald wordt in verschillende artikelen.

TATA investeert al jaren namelijk heel duurzaam (People, Planet, Profit) om dat te bereiken. Om een paar voorbeelden te noemen; overgebleven hoogovengas wordt niet direct de lucht ingestoten, maar in een energiecentrale na-verbrand om zo in een deel van de eigen energiebehoefte te voorzien. Dit was misschien wel de eerste in zijn soort in Nederland.

In 2013 werd een Doekfilterinstallatie in gebruik genomen, waardoor de hoeveelheid fijn stof uit de schoorsteen van de Sinterfabriek met meer dan 70% is gedaald. Ook worden vrachtwagens die bulk geleverd hebben en het fabrieksterrein willen verlaten, nog even afgespoeld en het afval opgevangen om verspreiding buiten het terrein te voorkomen, maar tegelijkertijd zal het opgevangen residu hergebruikt worden.

Zo wordt de omgeving ontzien (verminderde uitstoot), maar ook de opbrengst van de fabriek wordt verhoogt. Goed voor iedereen dus. Sterker, naar ik begreep is TATA nu ook, in samenwerking met Dow Chemical, gestart om uiteindelijk te komen tot staalproductie zonder CO2 uitstoot.

In dergelijke milieu investeringen loopt TATA dus ver voorop en als koploper loop je soms ook tegen onverwachte complicaties en uitdagingen op, die om verdere innovatie vragen. De zogenaamde quick-wins, zijn allang door TATA gerealiseerd; dus elke stap naar verdere verduurzaming zal steeds minder makkelijk zijn; waarbij onverwachte complicaties ook meer in de lijn liggen.

En zo zouden wij óók naar de activiteiten van HASCRO kijken; als een stap in verdere verduurzaming van TATA. Waarbij nu ook de reststof slakken, die overblijven nadat het basismateriaal voor de Staalproductie eruit gehaald is, nog verder als grondstof kan dienen voor andere producten. Een inspanning die de efficiëntie en de circulaire aanpak van TATA versterkt. Die inspanning is ongekend, nieuw, innovatief; gedurfd zo u wilt. En als we met dát perspectief naar TATA en de huidige grafietregens kijken; dan zal het effect en overlast daar echt niet minder door worden, maar dat kan wel bijdragen aan het vergroten van het begrip dat een omwonende kan hebben voor de inspanning die een bedrijf als TATA voor de planeet, haar omgeving en haar eigen bedrijfsvoering levert. Dat blijkt ook, nu duidelijk is welke oplossing voor dit probleem gekozen is door het bedrijf; de slakverwerking zal zo snel mogelijk geheel overdekt plaats vinden.

TATA -Steel in IJmuiden, het is en blijft wat mij betreft een prachtige staalfabriek waar wij als Nederland en IJmond echt trots op mogen zijn! En die boodschap had wat mij betreft -vanuit een Public Affairs bril- in het Volkskrant artikel iets meer tot haar recht mogen komen.