War on Drugs, revisited!

Op 29 januari 2016 staat er in de Trouw een ingezonden brief van twee Tweede Kamerleden (Vera Bergkamp van ‘mijn’ D66 en van Marit Volp van de PvdA) over het drugsbeleid. De brief heeft als boodschap, dat tien procent van het geld dat nu naar de bestrijding van drugs gaat, naar de zorg voor drugsgebruikers zou moeten gaan.  Deze (lobby)brief, bestemd voor minister Van Rijn, die Nederland gaat vertegenwoordigen op de aanstaande VN top over drugs, lijkt mij eigenlijk niet ver genoeg gaan.

Sinds er in 1998 tijdens de vorige (en laatste!) VN-congres over drugs besloten werd tot een ‘War on Drugs’, handelen overheden daar ook naar: Hard- en softdrugs zijn verboden en productie, handel en gebruik dient strak aangepakt te worden! Sterker nog: andere gedachten daarover lijken een soort taboe en worden dan vaak ook sterk veroordeeld (lees: een hint naar legalisering). Er is namelijk een ‘War’ gaande, met het doel drugs uit te bannen!

Zelfs voormalig gidsland op het liberaliseren van het drugsbeleid, Nederland, is ernstig terug gevallen naar meer handhaving, controle op het gebruik en de productie van met name softdrugs. Rondom cannabis is er een soort halfslachtig haast onbegrijpelijke manier van illegale productie & handel, maar gelijktijdig is het wel legaal om te kopen voor privé gebruik. We spreken over gedogen. Overigens zie je in sommige landen dat er enige liberalisering ten aanzien van softdrugs op gang komt.

Gedogen is natuurlijk een gekke figuur; het is verboden, toch gebeurt het en deels laat je het toe en voor het andere deel ben je selectief streng in de handhaving. Geen wonder dat meerdere burgemeesters onlangs hiertegen een soort van protest hebben geuit. Ook hier bezig ik een beetje wazige classificering, omdat na het geschreeuw in diverse lokale en landelijke dagbladen, die discussie nu weer gesust lijkt te zijn (of is deze overstemd door de komst van Asielzoekers?).

De komst van de grote VN-bijeenkomst in april van dit jaar en de eerder genoemde brief, die het vuur een beetje probeert op te stoken voor een drugsdebat, geven mij aanleiding om hier toch eens iets over op te schrijven. Iets dat al langer in mijn hoofd speelt, maar waar ik nooit de tijd voor heb genomen om daadwerkelijk op te schrijven.

Het verbod op (hard- en soft) drugs is eigenlijk gek. Gek in die zin, dat roken (softdrug) en alcohol (harddrug) gewoon mogen. Gek ook, omdat uit een heel bekend sociologisch experiment, zoals ik de Drooglegging in Amerika van 1920 tot 1933 maar even noem, gebleken is, dat verbieden (van de harddrug alcoholische dranken) niet werkt.

Ik ga alvast verklappen; persoonlijk ben ik tegen het (excessief) gebruik van elke vorm van drugs. Ik geniet zelf soms van een paar glazen wijn of whisky en daar kan dan ook heel goed een sigaar bij gerookt worden, maar hier ga ik een, enigszins onderbouwd, maar ik hoop vooral overtuigend, pleidooi houden vóór de legalisering van alle drugs!

Gooi het drugsbeleid, het liefst wereldwijd, helemaal om! Stop 50% van de middelen die nu voor de bestrijding worden aangewend in onderwijs (in brede zin, maar vooral ook op voorlichting t.a.v. het gebruik van drugs) en de andere 50% in het opzetten van een kwaliteitscertificeringssysteem voor kwalitatief goede drugs. En het resterende percentage kun je toevoegen aan de Algemene middelen om andere mooie zaken mee te doen voor de maatschappij als geheel!

Nu hoor ik u denken: “Nee, dat kan niet, want nu heeft U, de auteur, meer dan 100% middelen verdeeld!” Dat klopt. Drugsbestrijding kost nu geld, maar legalisering levert straks, net als tabak en alcohol accijns op, dat bedoel ik met het resterende percentage.

Ik zal u als lezer proberen mee te nemen in mijn gedachten, die tot deze conclusie hebben geleidt! Geef het een kans en lees verder alvorens u mijn stelling verwerpt; daarna ga ik graag met u in gesprek!

Laten we beginnen met de lessen van het verleden.

Het sociologische experiment van de drooglegging
In 1920 kreeg Amerika te maken met de drooglegging, die aanvankelijk ook leek te werken; het drankgebruik daalde naar één-derde van voor 1920. Na korte tijd bleek de drooglegging niet te handhaven, de misdaad steeg enorm terwijl het beoogde doel, minder dronkenschap, uiteindelijk toch niet behaald werd. Omdat de strenge handhaving van het alcoholverbod de handelaren tot steeds creativiteit dwong, ging men over tot het inzetten van kinderen voor het distribueren van de drank.

Doordat kinderen, die men met de drooglegging juist hadden willen beschermen voor ouders met een kwade dronk, nu de dupe werden van het alcoholverbod, werd op 5 december 1933 het 21ste amendement aangenomen en werd alcohol weer een legaal product. De cijfers over het misbruik van drank bleven veel lager dan voor de drooglegging, maar de georganiseerde misdaad had inmiddels wel een stevige basis gekregen.

Huidige drugswereld, gebruik, oorsprong en handel (vraag & aanbod).
“Bruine heroïne leidt tot doden in Amsterdam!” “Giftige partydrug leidt tot heftige gezondheidseffecten, soms zelfs de dood!” “Nu ook mest vervuild met chemicaliën afkomstig uit illegale drugsfabricage.”

Het gebruik van drugs is wijdverbreid. Het kan gaan mensen die eenmalig (of zeer sporadisch), bij feesten een ‘upper’ nemen om het feest energiek door te kunnen komen. Of het kan gaan om meer structurele gebruikers, bij bepaalde beroepsgroepen en om uiteenlopende redenen en de ‘echte junkies’, die je op straat ziet; ver vervallen mensen die feitelijk of zelf zo gevoeld, buiten de maatschappij staan en nog maar met een ding in het leven bezig zijn: het verkrijgen van een shot.

Wat je ook veel hoort, is dat de scheidslijn van de ene soort gebruiker, naar een ander soort gebruiker, vaak snel en ongemerkt overgestoken is. Dit is immers een soort natuurlijk gevolg van de werking van drugs; de kick is heftig, maar neemt naarmate het gebruik toeneemt in frequentie af en er is meer nodig (tolerantie), terwijl de geest en vaak ook het lijf (geestelijke en lichamelijke verslaving) het product echt nodig hebben.

Overigens blijkt dit laatste iets minder sterk te worden indien het gebruik van drugs in een openbare veilige omgeving en de werking ervan met elkaar gedeeld kan worden (in zowel figuurlijke als letterlijke zin). In sommige, met name hoger opgeleide groepen, worden drugs alleen als een verrijking van het uitgaan gebruikt.

Maar vaststaat; Er is een vraag naar het product (drugs)! Derhalve is er ook aanbod. In deze blog ga ik alleen in op de vraag: “Wat kost de bestrijding van drugs?”

Maatschappelijke kosten van drugs
De kosten van rechtshandhaving van het drugsverbod bedroegen volgens professor Rigter van de Erasmus Universiteit Rotterdam over 2003 1,6 miljard euro. Daar bovenop komen dan nog de indirecte handhavingskosten.

De kosten van detentieplekken worden door ons, de maatschappij, gedragen en van alle detentiejaren die in Nederland worden opgelegd, zijn 27 – 33 % druggerelateerd. In 2006 was driekwart van de ruim driehonderd onderzoeken naar ernstige vormen van georganiseerde criminaliteit, gericht op handel in en productie van drugs. Bovenop de drugscriminaliteit komt nog eens de indirecte criminaliteit die het gevolg is van drugsverboden, zoals omkoping, bedreiging, corruptie, witwassen, aantasting van sectoren als vastgoed, afrekeningen tussen drugsbendes en gebruik van drugsgeld voor illegale wapenhandel.

Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) berekende de totale kosten van de criminaliteit in 2006 op 31,5 miljard euro. De misdaad die het drugsverbod veroorzaakt, kost de samenleving minstens de helft: 15,75 miljard euro.

Alleen al in Nederland bedragen de kosten voor de bestrijding van drugs dus om vele miljarden. Dit zijn harde cijfers die voor meer recente jaren niet gedaald zijn, eerder gestegen, doordat de inspanningen op handhaving sinds een aantal jaren verder verscherpt is.

Deze koude financiële cijfers heb ik bewust eerst opgesomd, omdat degelijke cijfers beleidsmakers en mijn mede burgers, tegenwoordig het meest aanspreken. Maar er zijn ook andere kosten:
– Wat zijn de ‘kosten’ van al die slachtoffers, die door drugsgebruik (vervuilde drugs of overdosis) ernstig ziek worden of overlijden?
– Wat zijn de kosten voor mensen, die ernstig gewond raken of sterven bij druggerelateerd geweld?
– Wat zijn de kosten van de verslavingszorg, die sinds de bezuinigingen op de gezondheidszorg niet meer in het basispakket te vinden is?
– Wat zijn de kosten voor hen die van hun verslaving willen afkomen, of hun familieleden die met lede ogen moeten aanzien hoe hun verslaafde familielid steeds verder in de problemen komt en niet geholpen wenst of kan worden?
– En tot slot wat zijn de milieukosten van al die illegale afvallozingen in de natuur? Of zoals onlangs in een gierkelder, waardoor deze gevaarlijke stoffen uiteindelijk ook in ons voedsel terecht kunnen komen?

Zonder daar hier nu een antwoord op te willen en kunnen geven, neem ik u nu nog even mee naar het buitenland. Daar komen we hele andere, nog meer indrukwekkende, cijfers tegen.

Alle Cocaïne in Amerika komt voor 90% uit Mexico. De ‘War on drugs’ is in Mexico, sinds 2006 flink geïntensiveerd door Felipe Calderón, die van 1 december 2006 tot 30 november 2012 president van Mexico was. Direct na zijn aantreden stuurde hij 7.500 man sterke handhavingstroepen naar de staat Michoacán en sindsdien is de ‘War on Drugs’ in Mexico helemaal geëscaleerd.

In de periode december 2006 t/m maart 2011, zijn er 120.000 mensen gearresteerd, van wie er 8.500 veroordeeld zijn. Dat laatste getal zal in de ogen van de voorstanders van ‘War on drugs’ goed klinken, maar het gaat dus om minder dan 8% van het totaal gearresteerden. Wellicht kan ik meer indruk maken met andere cijfers uit diezelfde strijd in diezelfde periode. Het aantal dodelijke slachtoffers, die tijdens de ‘War on drugs’ in Mexico gevallen zijn: 35.000! In een periode van nog geen vier-en-een-half jaar zijn er dus 35.000 doden gevallen omdat we drugs willen bestrijden!

Dan volgen we die grote stroom Cocaïne naar Amerika. Daar kost de ‘War on drugs’ 500 miljoen dollar per….seconde (!), zo las ik onlangs in een artikel van Silvan Schoonhoven in de IJmuider Courant (excuus ik kon geen link vinden).

In dat artikel kijkt hij naar de andere kant van de drugshandel; naar de boeren die het basisproduct verbouwen waarmee drugs gefabriceerd kunnen worden. Zij telen noodgedwongen een illegaal product en leven elke dag in de angst dat de handhaving hun oogst komt vernietigen en/of dat zij gearresteerd worden. Of; zij produceren een product dat soms niet verboden is, maar krijgen wel te maken met zeer moeilijke mensen (lees: de telers worden geconfronteerd met geweld, afpersing, etc.) die hen dwingen hun geteelde product tegen zeer lage kosten te verkopen en zelf in armoede blijven leven. Ook kosten dus, maar dan van een andere soort.

Dit is ook een brug naar een ander argument voor het wereldwijd legaliseren van drug: het ontnemen van funding van allerlei illegale activiteiten. Gewoon een voorbeeldje: De Taliban wordt grotendeels gefinancierd door de teelt van papaver, de grondstof voor heroïne. Die daarmee de wereldwijde terroristische acties financiert tegen ‘ongelovigen’ en waar wij (het Westen) dan weer tegen strijden in de kostbare ‘War on terrorism’. Kostbaar niet alleen in economische zin.

Criminaliteit en een verschuiving van (illegale) activiteiten.
Tegenstanders van legalisering geven als een van de argumenten aan, dat de criminelen gewoon andere illegale activiteiten op zullen pakken om hun geld te blijven verdienen. Dat ben ik met hen eens. Veel criminelen zijn echt niet van plan om geld op een eerlijke manier te gaan verdienen. Dat komt ook omdat de levensstijl vol met gevaar en met aanzien, hen een heel groot gevoel van macht geeft; iets dat men dan niet meer kwijt zal willen.

Die redenatie gaat op voor de criminelen die ‘bovenaan de rots’ staan, maar niet voor de vele personen, het voetvolk, de mannen, vrouwen en al helemaal niet voor de kinderen, die worden uitgebuit en veelal gedwongen worden om met gevaar voor eigen leven diensten te leveren in de hele keten van productie, transport en het afleveren van goederen aan de klanten.

Zeker als de overheid bereid is echt te investeren in mensen die nu in, wat men noemt, de ‘sociaal mindere milieus’ leven, kansen creëert voor écht iedereen en de inkomensverschillen niet teveel uit elkaar laat lopen, dan krijgen jongeren een wenkend perspectief en daardoor minder de behoefte (of gevoelde noodzaak) om zich tot criminele activiteiten te laten aanzetten. Zie overigens over het effect van inkomensverschillen o.a. het prachtige boek van Tony Judt; Het land is moe.

Conclusies:
We hebben gezien dat de maatschappelijke (directe en indirecte) kosten van illegale drugs enorm zijn. In Nederland betreft het tientallen miljarden, maar in wereldwijd perspectief is dit nog vele malen hoger. En dan hebben wij de overige kosten en de ‘kosten’ van het maatschappelijke leed nog niet meegerekend.

Ook hebben wij gezien dat het verbieden van drugs niet werkt. Lerend van dat verleden, wetend wat de enorme kosten nu zijn en de mogelijke verdiensten, die legalisering van drugs met zich meebrengen voor de gehele maatschappij, kun je eigenlijk niet anders dan voor legalisering van drugs zijn. Natuurlijk wel onder voorwaarden.

Allereerst dat er veel meer geïnvesteerd moet worden in educatie en voorlichting over de gevaren van drugs. We hebben gezien dat juist onder beter opgeleiden, drugsmisbruik minder voorkomt. Verder helpt het ook als er de erkenning bij beleidsmakers en politici is, dat verslaving echt een ziekte is (iets dat al decennia als wetenschappelijk feit vast staat) en dat die ziekte redelijk goed te behandelen is. Dus ook in die behandeling moet dan meer geïnvesteerd worden en in Nederland dient de aanpak van geestesziekten gewoon weer terug in het basispakket brengen.

De financiering van dit alles is allemaal mogelijk door de middelen, die vrij komen uit de verminderde handhavingskosten, maar ook uit de te heffen accijns op drugs.

Stuur minister Van Rijn met deze echt vernieuwende boodschap naar de VN-vergadering in april!